afb.
Geboren omstreeks 1580 of 90 behoorde tot de bossche familie van Broekhoven, waarvan velen voorkomen als schepen van | 211 |
door den pastoor, burgemeester en schepenen van Maaseyk moesten geplaatst worden. 28 Juni 1668 keurde de gemeenteraad en juli 1668 de prinsbisschop van Luik de stichting goed. Waarschijnlijk was B. toen reeds overleden. | 212 |
Nicolaas van Broechoven is de tweede zoon van Rogier van Broechoven en Elisabeth van Jabeeck. Hij werd geboren in of kort voor 1590.469 In september 1611 vestigde zijn vader een jaarlijkse en erfelijke cijns van veertig gulden te zijnen gunste, opdat hij spoedig tot priester kon worden gewijd.470 Hij behaalde in of voor 1614 de titel licentiaat in de beide rechten.471 Hij was priester en bezat het beneficie van de Sint-Hubertuskapel in Cromvoirt.472 Dit beneficie gaf hij in mei 1614 op om kanunnik te worden van de Sint-Jan in ’s-Hertogenbosch. In 1617 was hij met zijn 27 jaar de jongste kanunnik. Als kanunnik mocht hij na de reductie in ’s-Hertogenbosch blijven en zijn prebende blijven genieten. Het uitoefenen van de katholieke religie was ook aan de kanunniken verboden. Tussen 1629 en 1657 woonde hij zeker gedurende langere tijd in Maaseik. In 1657 werd hij door de vijf dan nog levende kanunniken gekozen tot kanunnik-graduaal en vicarius-capitularis van de Sint-Jan, en administrator van het bisdom ’s-Hertogenbosch. Anderhalf jaar later reeds - in 1658 - moest | 91 |
hij die functie opgeven. Schutjes meldt: ‘De grijsaard verkeerde weldra in zulken staat van kindschheid, dat de kanunniken het volgend jaar besloten om de jurisdictie aan jeugdiger handen op te dragen.’473 Hij testeerde op 21 april 1668, waarbij van hem wordt gezegd: kranck te bedde liggende, nochtans sijn verstant, memorie ende andere sinnen machtig.474 Van kindsheid blijkt uit de voorgaande formulering niets, en het testament is ook van zijn handtekening voorzien. Een nader onderzoek van het kapittelarchief uit die periode zou wellicht meer informatie over de geestelijke gesteldheid van Nicolaas kunnen geven. Hij woonde aan de Markt in de Leeuwenborch. Testamentair legateerde hij dit imposante huis aan zijn neef Rogier en diens kinderen, en aan de kinderen van de dochter van zijn zuster.475 Kort voor zijn dood stichtte Nicolaas van Broechoven te Maaseik een huis voor acht katholieke oude mannen uit zijn naaste verwanten ouder dan zestig jaar, waarvan vier uit de Meierij en vier uit de omgeving van Maaseik.476 Op 1 mei 1668 werd hij begraven in de kerk van het klooster van de Kruisbroeders op de Uilenburg.
| 92 |
Noten | |
469. | SAH, N 2688, f282, 5 augustus 1642. |
470. | sH, R1457, f297v, 22 september 1611. |
471. | Bots, Matthey en Meyer, Noordbrabantse studenten, 236 (nummer 902). |
472. | Schutjes, Geschiedenis van het bisdom, IV, 279. |
473. | Schutjes, Geschiedenis van het bisdom, II, 133-134. |
474. | SAH, N 2702, f34, 21 april 1668. |
475. | VanSasse van Ysselt, De voorname huizen, III, 311 en 336. |
476. | Boonen, M., ‘De Maaseiker liefdadigheidsinstellingen’, 53-54. |
's-Bosch. Behaalde in of vóór 1614 de titel I.U.L. (vermoedelijk te Leuven). Geboren ca. 1588; zoon van Rogier (905). Priester. Werd in 1614 kanunnik te 's-Bosch. Vicarius capitularis (1657-1658).NNBW, VI, 213; Schutjes, II 134, IV 279; vSvY, II 567, III 340; BB (1963/1964) 112 | 236 |
1948 |
G. DanielsMaaseiker EpigraphieOverdruk uit Miscellanea Gessleriana, Antwerpen (1948) 359 |
|
1994 |
Daemen, Boonen, Derkoningen, Remans en ColsoulBejaardenzorg door de eeuwen heenO.C.M.W.-Maaseik (1994) 54 |
V.A.M. Beermann, Stad en Meierij van 's-Hertogenbosch van 1648 tot 1672 (1946) 127
H. Bots, J. Matthey, M. Meyer, Noordbrabantse studenten XLIV (1979) 236
Wim Cöp, Het spel van de macht (2014) 91-92
J.H. van Heurn, Beschrijving der Stad 's-Hertogenbosch (2022) 293, 304
J.W.M. Peijnenburg, Van Roomsche Zegeningen en Paapsche Stoutigheden (2009) 105, 161